De weg terug naar innerlijke veiligheid
- Melanie Wientjes
- 8 uur geleden
- 3 minuten om te lezen
Toen ik als kleuter ooit hard van het klimrek viel, bleek later mijn sleutelbeen gebroken. Pas ’s avonds, toen ik nog steeds huilde, voelde mijn moeder: er is echt iets mis. Hetzelfde ervaarde ik als moeder. Mijn dochter zei: “Er zit nog steeds een stukje hout in mijn been,” ik heb gekeken en kon het niet zien of voelen. Maar ze had gelijk.
Het niet erkennen dat je kind pijn heeft, doet iets essentieels. Niet alleen fysiek, maar vooral energetisch.
Als ouder handelen we vaak vanuit een onzichtbaar weten, gevormd door onze eigen overlevingstechnieken. Als kind hoef je maar een paar keer te voelen dat je alleen bent, niet geliefd lijkt, of dat je niet mag huilen en er ontstaat een wond van onveiligheid. Een wond die je zenuwstelsel jarenlang prikkelt.
Je komt onschuldig en kwetsbaar ter wereld en ergens onderweg verwijder je je van jezelf. Tot het moment komt waarop het hart weer gevonden wil worden. Je zenuwstelsel leeft tot dat moment in overdrive in een wereld die gevaarlijk voelt.
Als er jaren van handhaving met bindingsangst en verlatingsangst in je rugzak zitten, is de weg terug intens. De overprikkeling waar we tegenwoordig over spreken, is vaak slechts een zichtbare laag bovenop wat er energetisch al zo lang lag te wachten.
Als product van een onzekere omgeving ontwikkel je bijvoorbeeld het vermijden van verantwoordelijkheid, schaam je je voor jezelf en richt je je vooral op werk. Daar ligt de financiële beloning (de goedkeuring die je als kind zocht) en heb je geen echte diepe connectie nodig, waardoor je intimiteit kunt ontwijken.
Diezelfde drang naar bevestiging zien we terug op social media. Leuke plaatjes, het zoeken van aandacht en het aantal likes blijven belangrijk. Uiterlijke schijn wordt nog altijd gewaardeerd. Maar authenticiteit, zelfacceptatie en zelfvertrouwen staan haaks op beautybehandelingen zoals lip fillers.
Laatst vroeg iemand mij letterlijk of ik lipfillers had gezet. Ja, echt. Met Trouw zijn aan jezelf en al het werk dat ik doe om mensen terug te brengen naar hun essentie, was het antwoord natuurlijk een duidelijke: NEE.
Maar terug naar de kern.
In de twin flame-wereld zien we de twee oude strategieën haarscherp: de vermijder en de bevestiger. Naar de ander wijzen is altijd makkelijker dan naar jezelf kijken. Maar beide dragen pijn. Beide vertalen die pijn op hun eigen manier.
Wat fascinerend is: wanneer je de accenten omdraait, zie je het patroon helder worden.
– De vrouwelijke energie onderdrukt haar talenten, haar intuïtie, haar energetisch weten.
– De mannelijke energie rent weg van ware liefde, zoekt erkenning in werk, in prestaties.
Terwijl zij in een hyperfocus de verbinding najaagt, vlucht hij uit angst voor diezelfde diepte.
Maar wanneer beiden rust vinden in hun eigen taal, ontstaat er groei. Dat gebeurt via inzicht, het herkennen van patronen, ademoefeningen, meditatie en minder moeten. In die ruimte kan iets belangrijks plaatsvinden: ongezond aanpassingsgedrag wordt erkend, er ontstaat ruimte om te oefenen, en neutraliteit wordt mogelijk.
De divine feminine opent in zelfliefde, zachtheid en innerlijk weten en de divine masculine krijgt eindelijk de kans op veilige aanwezigheid, zonder zijn vrijheid te verliezen.
In een wereld waar we allemaal oud zeer dragen, zou dit het begin kunnen zijn van iets nieuws: emotionele rust, innerlijke veiligheid en zelfwaardering. Klaar voor een nieuwe generatie die niet langer belast wordt met onafgemaakte emoties van de generaties daarvoor. Maar die geboren wordt in een wereld waarin liefde, compassie en bewustzijn weer normaal zijn.




Opmerkingen